Kaiserbroodjes
Deze heerlijke Duitse broodjes zijn helemaal niet moeilijk om te maken, het kost je hooguit tijd. Maar het smaakt dan wel veel lekkerder dan die uit de supermarkt!
Voorbereidingstijd
Koken
Wachttijd
1u 45m
Galerij
| Categorie: | De thuisbakkerij |
Ingrediënten
Voor
9
Serving(s)
| 400 gram bloem |
| 7 gram zout |
| 7 gram gist |
| 10 gram suiker |
| 125 ml water (handwarm) |
| 125 ml melk (handwarm) |
| 5 ml zonnebloemolie |
Bereidingswijze
- Meng in een grote kom de bloem met het zout door elkaar.
- Meng in een andere kom (of maatbeker) de suiker, gist, het handwarme water en de handwarme melk door elkaar. Roer goed door en laat even staan zodat de gist geactiveerd wordt.
- Kneed dan het gistmengsel goed door de bloem heen. In ongeveer 8-10 minuten heb je dan een mooie bal deeg.
- Kneed op het einde nog de olie er goed doorheen.
- Leg de bal deeg in een grote kom, dek deze af met plastic folie en laat het deeg 1 uur rijzen op een warme plek.
- Haal na het rijzen het deeg uit de kom. Sla het deeg plat om de lucht eruit te slaan, maar kneed het niet door. Verdeel het deeg in balletjes van 75 gram per stuk. Ik haalde uit dit deeg 9 stuks.
- Knoop elk balletje als volgt tot een kaiserbroodje (zie ook de afbeelding): rol het deeg uit tot een lange plak. Rol het deeg aan de lange zijde op tot een worstvorm. Knoop deze dan zoals je ook begint met veters strikken. Vouw dan het ene uiteinde bovenlangs en het andere uiteinde onderlangs. Duw de eindes goed weg in het midden van het broodje.
- Leg de geknoopte broodjes met genoeg tussenruimte op een met bakpapier beklede bakplaat en laat ze wederom op een warme plek rijzen voor 45 minuten.
- Verwarm de oven voor op 200 graden.
- Bak de broodjes in 15-20 minuten gaar. Het brood is klaar als het hol klinkt als je op de onderkant klopt.
Notes
Zorg dat het water en de melk handwarm is, dit activeert de gist.
Wanneer het in huis wat te koel is om het deeg goed te laten rijzen, kan je ook de oven op een heel lage temperatuur zetten (ongeveer 25-30 graden) om daarin het deeg te laten rijzen.
